| Catalogus (SKU): | TLR-2204041V |
| UPS/EAN/JAN: | 3516628393310 |
| Aantal Lp’s: | 1 |
| Format: | Vinyl |
| Publicatiedatum: | 10.11.2022 |
| Label: | The Lost Recordings |
Record 1
1. Piano Improvisation No. 1
2. Take the "A" Train
3. Pitter Panther Patter
4. Sophisticated Lady
5. Introduction by Baby Laurence
6. Tap Dance
Record 2
1. The Most Beautiful African
2. El Gato
3. I Can't Get Started
4. Caravan
5. Satin Doll
Op 8 november 1969, op het podium van de grote zaal van de Berliner Philharmonie, nam de Duke, wiens portret de poster siert van het Jazztage Festival ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag, langzaam plaats achter zijn piano. Zijn orkest staat aan het roer, verfraaid met een glanzende sectie, van wie sommigen hem al dertig jaar begeleiden, zoals Cootie Williams en Cat Anderson. Ook de legendarische saxofonisten Paul Gonsalves, Johnny Hodges en Russell Procope zijn aanwezig.
In een soort getril startte de Duke 'La plus Belle Africaine'. Een barok maar perfect beheerst mengsel van zonnige kleuren, vastgelegd tijdens een tour in Dakar, gestart door het solospel van de saxofoon en vervolgens opgepakt met inventieve flitsen door geheel of gedeeltelijk het orkest. De toon is gezet. Cat Anderson begint aan een woedende "El Gato", die het publiek schudt met zijn krakende, weloverwogen deconstructie en de revolutionaire, fragmentarische en onafgewerkte gebaren van Thelonious Monk of Cecil Taylor oproept. Een bestudeerd contrast met de zachte voortzetting van "I Can't Get Started", net voor de 43 seconden durende tussenpauze van "Caravan", die een ondeugende link vormt naar de flamboyante "Satin Doll" die dit concert meesterlijk punctueert.
In 1973, enkele maanden voor zijn dood, keerde Duke terug naar Berlijn in een formatie gebaseerd op zijn trio (Joe Benjamin op contrabas en Quinten "Rocky" White Jr. op drums), aangevuld door Harold Johnson op trompet, de klarinettist en baritonsaxofonist Harry Carney – en zijn langdurige compagnon, de tenorsaxofonist Paul Gonsalves. Duke Ellington geeft hier zijn piano een centrale plaats, waardoor deze zowel de drijvende kracht van het ensemble als de harmonische en ritmische ruggengraat vormt.
In de blues waarmee het concert opent, horen we Debussy. 'Take the A train' volgt. De Duke houdt van stemmingswisselingen. Hier en daar herinneren aanrakingen van discontinu gesproken passages ons eraan hoe wijs Duke in staat was de gedurfde harmonieën van zijn tijdgenoten te benutten. En dan durft hij alles te doen. Zoals zijn band de ritmische virtuositeit van Baby Laurence op tapdans in "Tap Dance" aanbieden. De magie werkt. Het succes is totaal.
Twee concerten in Berlijn, twee facetten van een poëtisch universum, twee visies van een alchemist die wist te tekenen met lichtheid maar ook met een mengeling van jubel en autoriteit, uit de harmonische bronnen van alle muziek en die de formule die hij liefhad zo relevant maken: "er zijn maar twee soorten muziek: goed en slecht". Wij hebben het buitengewone voorrecht gehad het betere te doen herleven.
Duke Ellington (p), Joe Benjamin (b), Quinten "Rocky" White Jr (dr), Harold "Money" Johnson (tp), Paul Gonsalves (sax), Harry Carney (bar; cl), Cat Anderson (tp), Cootie Williams (tp), Mercer Ellington (tp), Harold Ashby (sax), Johnny Hodges (sax), Russell Procope (sax), Rufus Jones (dr)
Lacquer-cuts: Kevin Gray